De groenteboer, melkboer, slager, bakker en de verzekeringsagent kwamen vroeger met hun handel aan de deur. De huisvrouw zorgde voor het huis en kinderen en de man zorgde voor het inkomen. Alleen de rijke mensen hadden een fiets of soms zelfs een auto.
Het was de tijd van de buurtwinkeltjes die op loopafstand waren gelegen en van de kleine zelfstandige ondernemers die hun waren huis aan huis te koop aanboden.