Op reis gaan naar leuke bestemmingen, dat kan tegenwoordig bijna iedereen. Maar in de jaren 50 van de vorige eeuw was dat wel anders. Alleen notabelen en zakenlieden konden over een auto konden beschikken. Je ging op de fiets ergens naar toe of, als je wat meer geld kon uitgeven, dan reisde je met trein. Maar dan moest je wel voldoende vrije tijd hebben om dat te doen. En als je bedenkt dat er toen nog zeven dagen per week gewerkt werd en er maar 7 tot 14 vakantiedagen waren, dan waren de mogelijkheden beperkt.
Geen wonder dat de reisjes van de Personeelsvereniging van de beschuitfabriek Hooimeijer in Barendrecht veel deelnemers trokken. Daarvoor kon je sparen en het bedrijf betaalde ook een deel.